Belangrijk om vóór de montage te controleren:
De FloatRing moet minimaal één week vóór het asfalteren worden geplaatst. Zo krijgt de ring de tijd om zich goed te "zetten" voordat de nieuwe asfaltlaag wordt aangebracht. Er moet minimaal 14 cm ruimte zijn tot aan de bovenkant van de putrand/conus.

Montage-instructie:

• Beitel, snijd of frees een gat met een minimale diameter van 106 cm en een minimale diepte van 17 cm.
• Verwijder het materiaal totdat de bovenkant van de putrand zichtbaar is. Beoordeel of de putrand vervangen moet worden.
• De onderzijde van de FloatRing moet idealiter 3 cm onder de putrand liggen, zodat er 3 cm ruimte is tussen de putrand en het oppervlak van de FloatRing.
• Verdeel breeksteen of ander geschikt materiaal rondom de putrand om een stabiele ondergrond te creëren voor de FloatRing.
• Plaats de FloatRing rondom de putrand. Meet of de opening tussen de putrand en de FloatRing correct is. Plaats vervolgens het dekselraam.
• Vul het gat op met asfalt, type AGB11. Verdicht het asfalt om de 4 cm om latere verzakkingen te voorkomen. Denk eraan goed te verdichten onder de kraag van het dekselraam.
• Houd rekening met mogelijke na-verdichting van het asfalt.
• Bij herasfaltering kan het dekselraam op de gebruikelijke manier worden losgemaakt en opnieuw op de juiste hoogte worden afgesteld in het nieuwe asfaltdek.

Neem gerust contact op met een van onze verkopers als u hulp wenst bij de montage.